De Jessias en Teflon Mark: beide zijn ze onverbeterlijk optimistisch. Nederland moet vooruit!
Op basis van de verkiezingsuitslag zou het zomaar kunnen dat GroenLinks-voorman Jesse Klaver wordt uitgenodigd om aan te schuiven bij een ‘kernploeg’ van VVD, CDA en D66 – die zijn samen goed voor 71 zetels.
Op grond van de forse winst van GroenLinks – van 4 naar 14 zetels – kan Klaver met enig recht zeggen dat hij een plaats verdient aan de onderhandelingstafel.
Woensdagavond gaf Rutte duidelijk aan dat na de zware bezuinigingsjaren van het kabinet Rutte 2 de tijd is aangebroken om burgers ‘micro’ te laten voelen dat het land er beter voor staat. Dus ook de VVD wil geld uitgeven om de koopkracht van Nederlanders te verbeteren.
Op dat vlak valt er best zaken te doen met GroenLinks, bijvoorbeeld door de lasten op arbeid voor werkenden te verlagen en ouderen een extra steuntje in de rug te geven.
Dat laat onverlet dat er vooral bij het inkomensbeleid en de behandeling van ondernemers grote verschillen zijn tussen de VVD en GroenLinks. We zetten vijf thema's op een rij die potentiële breekpunten vormen tussen Rutte en Klaver - gebaseerd op de doorrekening van de partijprogramma's door het Centraal Planbureau.
Wonen: huurmarkt
De plannen op de huurmarkt lopen fors uiteen. De VVD wil de huurmarkt verder liberaliseren, GroenLinks wil woningcorporaties juist ontzien.
- Belangrijkste knelpunt is de verhuurdersheffing. Dat is een belasting voor woningcorporaties die tijdens de crisisjaren is opgelegd. Het idee was dat corporaties best wat konden afdragen uit hun riante reserves, maar vooral linkse partijen betogen dat de verhuurdersheffing wordt afgewenteld door huren van sociale woning te verhogen.
- De VVD mikt op verdere liberalisatie van de huurmarkt en wil de verhuurdersheffing met 2,7 miljard euro verhogen en huurgrens voor sociale woningen verlagen naar 600 euro. De VVD wil voorkomen dat de verhoging van de verhuurdersheffing wordt afgewenteld op huurders door woningcorporaties min of meer te dwingen vastgoed te verkopen. Corporatiewoningen komen dan beschikbaar voor de vrije huurmarkt.
- GroenLinks wil daarentegen de verhuurdersheffing verlagen in gebieden waar er woningschaarste is. Dit met het idee dat dat een dempend effect heeft op sociale huren
Uitkeringen: WW en bijstand
Een klassiek links-rechtse tegenstelling.
- De VVD wil de WW-uitkering tot maximaal anderhalf jaar beperken, waarvan de laatste zes maanden op bijstandsniveau. Dat levert een besparing van 0,3 miljard euro op.
- Ook wil de VVD de hoogte van sociale uitkeringen (zoals de bijstand) niet meer automatisch laten meestijgen met het minimumloon. Dit levert een besparing van 1,1 miljard euro op. Uitzondering is de AOW-uitkering.
- GroenLinks daarentegen verhoogt de bijstandsuitkering naar 74,5 procent van het minimumloon voor alleenstaanden en 104,5 procent van het minimumloon voor paren. Dit kost 0,4 miljard euro.
- Verder schaft GroenLinks het jeugdminimumloon vanaf 18 jaar af. Gevolg is dat wajonguitkeringen voor jongeren van 18 tot 20 jaar stijgen.
Belasting ondernemers
De VVD en GroenLinks staat diametraal tegenover elkaar bij het belasten van ondernemers.
- Zo verlaagt de VVD het tarief in de eerste schijf van de vennootschapsbelasting (voor winsten tot 200 duizend euro) van 20 procent naar 17 procent. Een lastenverlichting voor mkb'ers.
- GroenLinks verhoogt de tweede schijf van de vennootschapsbelasting (die dit jaar geldt voor winsten boven de 200 duizend euro) van 25 naar 27 procent. Een lastenverzwaring voor veel mkb'ers en het grootbedrijf.
- Wat betreft de eerste schijf van de vennootschapsbelasting draait GroenLinks een beoogde verlenging van die grens naar 350 duizend euro terug - de grens blijft dus op 200 duizend euro liggen.
- GroenLinks introduceert ook een werkgeversheffing op topinkomens van 14 procent over het loon boven de 150 duizend euro. Het Centraal Planbureau ziet dit als een lastenverzwaring voor werkgevers van 600 miljoen euro. Het idee is dat werkgevers hun beter betaalde werknemers zullen compenseren voor de extra belasting door het bruto loon te verhogen en dus feitelijk zelf de heffing betalen.
- Andere ingrijpende maatregel: GroenLinks voegt de werkgeverspremies voor arbeidsongeschiktheid, WW en ziektekosten samen tot een werkgeversheffing voor collectieve voorzieningen. Volgens het CPB verschuiven de werkgeverslasten in de opzet van GroenLinks naar de hogere inkomens. Met andere woorden het wordt duurder om personeel het hogere lonen in dienst te hebben.
Inkomsten- en vermogensbelasting
De VVD wil niet echt sleutelen aan de tarieven van de inkomstenbelasting. GroenLinks doet dat juist wel - net als bij de vermogensbelasting. In het totaalplaatje worden onderstaande nivellerende maatregelen van GroenLinks deels gecompenseerd door hogere fiscale kortingen voor werkenden, maar dat neemt niet weg dat de plannen fors afwijken van de VVD-standpunten.
- GroenLinks wil het tarief in de derde schijf van de inkomstenbelasting (inkomen tussen de 33.791 euro en 67.071 euro) verhogen van 40,8 procent naar 42 procent. Ook moet de lengte van de derde schijf verkort worden: dat wil zeggen die schijf moet eerder ophouden dan de huidige 67 duizend euro, zodat een groter deel van het inkomen in de vierde schijf van 52 procent valt.
- GroenLinks pleit ook voor een versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek in Box 1, vanaf 2019 in 24 jaar. Nu wordt het percentage voor de renteaftrek in stapjes met een half procentpunt per jaar verlaagd tot 38 procent in 2042.
- Bij de VVD geen nivellerende maatregelen bij de belastingtarieven. En bij de vermogensbelasting in Box 3 verhoogt de VVD de heffingsvrije drempel van 25 duizend euro naar 35 duizend euro.
- GroenLinks daarentegen kiest voor een drastische hervorming van de vermogensbelasting waarbij de heffing plaatsvindt op het daadwerkelijke rendement, maar wel op een progressieve manier. De vrijstelling op de winst voor spaargeld en beleggingen is 1.000 euro. Vervolgens heft GroenLinks 35 procent belasting over de vermogenswinst tot 20 duizend euro; over de winst tussen de 20 duizend en 60 duizend euro is dat 42 procent en boven de 60 duizend euro vermogenswinst 52 procent. Per saldo komt dit neer op een lastenverzwaring, aldus het CPB.
- Last but not least. GroenLinks verhoogt het belastingtarief voor aandeelhouders met een belang van 5 procent of meer in een bedrijf (box 2) van 25 naar 30 procent.
Milieu (autobelasting)
Tot slot de milieuheffing. GroenLinks geeft in zijn plannen vooral via fiscale kortingen (arbeidskorting) lastenverlichting aan werkenden. Maar dat geld moet wel ergens vandaan komen. En dat gebeurt mede via milieuheffingen op energie en autogebruik. Vooral dat laatste ligt bij de VVD gevoelig.
- De VVD verlaagt bijvoorbeeld de aanschafbelasting BPM voor auto's en de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting elk met 100 miljoen euro.
- GroenLinks zet daarentegen in op een kilometer- en spitsheffing en verhoogt de BPM - alles bij elkaar goed voor een lastenverzwaring van ruim 4 miljard euro.
- Verder schaft GroenLinks de belastingvrije reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer voor de auto af (niet voor openbaar vervoer). Een lastenverzwaring van 900 miljoen euro. Ook wordt de mogelijkheid om te tanken op kosten van de werkgever voor leaserijders beperkt.
- Tot slot: GroenLinks verhoogt de energiebelasting op gas voor 1,7 miljard euro, voert een vliegticketbelasting in van 1,1 miljard euro en plaatst vlees en vis onder het hoge btw-tarief van 21 procent.
De hamvraag voor formatieonderhandelingen tussen VVD en GroenLinks is dus: worden bovenstaande kwesties breek- of maakpunten?